Het begon in 1991 met een klein gezwel op zijn rechterborst, volgens zijn dermatologe onschuldig. Toen hij het na een jaar toch wilde laten wegnemen, lukte dat niet omdat het zo diep zat. Guido: ‘De volgende dag kreeg ik te horen dat het om een sarcoom ging, een kwaadaardige tumor van het bindweefsel. Ik dacht dat mijn dagen geteld waren. Uit onderzoek in het UZA bleek dat het gezwel vuistdik was, maar gelukkig waren er geen uitzaaiingen. De tumor moest er wel uit. Er zou een hele reconstructie nodig zijn, zei mijn chirurg prof. dr. Paul Van Schil.’
‘De operatie vond plaats in juli 1992. Een groot stuk van mijn borstspier werd verwijderd, maar ook vier ribben en mijn borstbeen moesten er gedeeltelijk aan geloven. Een beendercementplaat, met twee kunstvezelplaten aan mijn ribben vastgehecht, moest de stabiliteit herstellen. De krater in mijn borst werd gedicht met een stuk van mijn rugspier. Op mijn rug werd de huid dan weer hersteld met huidweefsel uit mijn linkerdij. Je ziet de littekens nog goed, maar daar geef ik niet om.’
Opnieuw ertegenaan
‘Na drie weken mocht ik naar huis. Eind augustus liep het echter mis. Ik kreeg een ernstige infectie en lag zowat het hele najaar terug in het ziekenhuis voor antibioticakuren. Tot prof. Van Schil begin december besliste om mijn borst weer open te maken. Bleek dat de cementplaat werd afgestoten. Ze moest er weer uit, samen met de bovenste kunstvezelplaat. Gelukkig was de onderste plaat intussen genoeg ingegroeid om de stabiliteit te behouden.’
‘Terug thuis herstelde ik goed. Mijn vrouw en ik pikten de draad van ons leven snel weer op. Want we hadden twee jonge kinderen, beiden een job, een af te werken huis en een grote tuin. Niet lang daarna was onze derde zoon in aantocht. Sommigen verklaarden ons gek. Ik heb er na de eerste schrik echter altijd op vertrouwd dat het goed zou komen. Wel ga ik nog elk jaar op controle. Zo ben ik gerust.’
‘Exact twintig jaar na mijn operatie heb ik prof. Van Schil een mail gestuurd om hem nog eens te bedanken. Nog dezelfde dag had ik antwoord. Ik ben eeuwig dankbaar omdat ik destijds zo goed ben geholpen. Zelfs als morgen mijn tijd zou zijn gekomen, zou ik blij zijn met die twintig jaar extra time.’