Het onderzoek naar de link tussen gehoorverlies en de werking van het brein is tweeledig. Enerzijds onderzocht het team de impact van DFNA9 (een erfelijke vorm van gehoorverlies) op de cognitieve vaardigheden van patiënten met deze aandoening. Anderzijds gingen de onderzoekers na wat de effecten zijn van een cochleair implantaat op de werking van het brein bij slechthorende ouderen.
Minder prikkels, minder fit brein
DFNA9 (DeaFNess Autosomaal dominant 9) is een erfelijke vorm van gehoorverlies die voorkomt bij zo'n 1000 Vlamingen en Nederlanders. De aandoening leidt uiteindelijk tot doofheid en vaak zware evenwichtsstoornissen. Neus-, keel-, en oorspecialisten van het UZA en UAntwerpen onderzochten de impact van deze gehoor- en evenwichtsproblemen op het cognitief vermogen. Dat onderzoek werd gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek. Ze concludeerden dat oudere patiënten met DFNA9 veel slechter scoren op cognitieve vaardigheden dan gezonde leeftijdsgenoten.
‘Naarmate je ouder wordt, nemen je cognitieve vaardigheden geleidelijk af’, zegt onderzoeker Hanne Gommeren. ‘Dat is bij iedereen zo, maar een slecht gehoor versnelt die achteruitgang aanzienlijk. Als je moeite hebt met horen, vragen sociale contacten meer energie. Je hersenen krijgen minder prikkels binnen en moeten harder werken om te kunnen volgen. Je gaat daardoor steeds vaker sociale situaties uit de weg, wat maakt dat je hersenen nog minder prikkels binnen krijgen en steeds minder ‘fit’ worden.’
Beter geheugen door implantaat
De onderzoekers voerden nog een tweede studie uit waarbij ze zijn nagegaan wat de impact is van een cochleair implantaat op de conditie van het brein. Een cochleair implantaat is een elektronisch hoorapparaat dat het gehoor deels of volledig herstelt. Het neemt namelijk de functie van het beschadigde binnenoor over en stimuleert de gehoorzenuw. Uit het onderzoek bleek dat het implantaat de cognitieve achterstand bij slechthorende ouderen voor een groot stuk kan wegwerken.
"Ook bij wie vóór de implantatie al minder goede cognitieve resultaten behaalde, zien we de cognitie en levenskwaliteit sterk verbeteren," vat onderzoeker Ellen Andries samen. "Het geheugen en de concentratie van de patiënten gaat erop vooruit, ze kunnen weer optimaal genieten van een sociaal leven en vooral ook langer en beter voor zichzelf zorgen. En ook niet onbelangrijk: de jaarlijkse kost voor de zorg van patiënten met dementie wordt wereldwijd geschat op 515 biljoen euro. Door gehoorverlies als belangrijke risicofactor aan te pakken, kunnen we een grote maatschappelijke kost indijken."
Link evenwicht en geheugen?
De onderzoeksresultaten bevestigen de resultaten van eerder onderzoek uit 2018, dat al aantoonde dat slechthorende ouderen meer te winnen hebben bij cochleaire implantatie dan alleen een beter gehoor: zodra hun gehoorverlies hersteld is, gaat ook hun denkvermogen minder snel achteruit en is het risico op dementie kleiner.
Gehoorverlies voorkomen met gentherapie?
De onderzoeksteams willen de komende jaren de effecten op geheugen op langere termijn onderzoeken: wat is het resultaat van CI op cognitie na vijf jaar? Ze willen ook jongere patiënten met DFNA9 die nog geen klachten vertonen, includeren om beter te begrijpen hoe de aandoening evolueert. Prof. dr. Vincent Van Rompaey: "Alleszins tonen deze eerste gegevens aan dat DFNA9 een grote impact heeft op oor en brein. Daarom onderzoeken we in het lab momenteel een innovatieve behandeling, door middel van gentherapie, om ervoor te zorgen dat we het gehoorverlies kunnen voorkomen of sterk afremmen. Een project waarvoor we de krachten bundelen met de Radboud Universiteit in Nijmegen."