Ongeveer één derde van de Belgen ouder dan vijftien worstelt ooit met slaapproblemen. ‘Onze drukke levensstijl en het overaanbod aan digitale schermen zit daar zeker voor iets tussen’, zegt prof. dr. Johan Verbraecken, medisch coördinator van het slaapcentrum. ‘Veel klachten beginnen bij een ongezonde levensstijl, zoals veel alcohol drinken of weinig bewegen. Maar we screenen ook nauwkeuriger dan vroeger op aandoeningen zoals apneu, waarbij je ademhaling geregeld kort stopt tijdens je slaap.’
Bewuste slaaptraining
Als je minstens drie keer per week, gedurende minimaal drie maanden, moeite hebt met in- of doorslapen, dan kamp je medisch gesproken met een slaapprobleem en zoek je beter hulp. ‘Stap ofwel naar je huisarts, of boek in het UZA een algemene raadpleging voor in- en doorslapen en vermoeidheid’, zegt Johan Verbraecken. ‘Een collega van de afdeling psychiatrie/neurologie brengt dan samen met jou het probleem in kaart en bepaalt welke volgende stappen, zoals het opstarten van cognitieve gedragstherapie voor slapeloosheid of een slaaponderzoek, nodig zijn.’
Het is vaak moeilijk om zwart op wit de primaire oorzaak aan te wijzen. Daarom is onze aanpak altijd holistisch.
Cognitieve gedragstherapie voor slapeloosheid is een vorm van slaaptraining die vertrekt vanuit het inzicht dat je gedachten, gevoelens en gedrag elkaar beïnvloeden. Johan Verbraecken: ‘Door bewust aan de slag te gaan met ontspanningstechnieken en wat je denkt en voelt, leer je opnieuw beter slapen. Die aanpak haalt mooie resultaten, die beter zijn dan die van medicatie.’ Bij een slaaponderzoek, ook polysomnografie genoemd, meten elektroden en sensoren tal van factoren tijdens je slaap, zoals je hersenactiviteit, ademhaling, het zuurstofgehalte in je bloed, je lichaamspositie, je oogbewegingen, snurkgeluiden en je hartslag.
Samen puzzelen
‘Zo’n breed slaaponderzoek blijft de beste methode om de juiste behandeling te kiezen voor complexe slaapstoornissen’, zegt Johan Verbraecken. Per jaar voert zijn team ongeveer 5000 polysomnografiën uit. Sinds november 2020 gebeurt dat in een recent gebouw boven het Zorghotel Drie Eiken op de uitbreidende UZA-campus. ‘Patiënten verblijven er in een natuurlijke huiselijke omgeving, wat de onderzoeksresultaten nog betrouwbaarder maakt’, zegt Johan Verbraecken. ‘Veertig jaar na de opstart van het slaapcentrum met vier bedden, hebben we er nu zestien voor volwassenen en vijf voor kinderen, die intussen ook zeven op zeven inzetbaar zijn.’
Naast de polysomnografie plant het slaapcentrum waar nodig ook bijkomende onderzoeken in bij disciplines zoals kindergeneeskunde, NKO, neurologie, longziekten of tandheelkunde. ‘In de slaapgeneeskunde is het vaak moeilijk om zwart op wit de primaire oorzaak aan te wijzen. Daarom is onze aanpak altijd holistisch. We bekijken de situatie in teamverband uit verschillende invalshoeken. Ontwikkelde de patiënt een slechte slaaphygiëne door de apneu of komt de apneu er toevallig bij? Waren er eerst neurologische problemen of kwamen die na het slaaptekort? Dat valt moeilijk te ontrafelen en je lost de klachten alleen op door samen goed naar het geheel te kijken.’
Leerrijke data
Van alle patiënten die bij het slaapcentrum langskomen, ondergaat zowat driekwart een slaaponderzoek dat vaststelt of ze aan het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS) lijden. Daarbij blokkeren verslappende mond- en keelspieren de luchtweg, wat snurken en korte ademstops veroorzaakt. De meeste patiënten met OSAS worden met CPAP of Continuous Positive Airway Pressure behandeld. Ze slapen dan met een masker dat via een luchtslang voortdurend lucht onder verhoogde druk toedient, zodat de luchtwegen openblijven.
In totaal zijn er al zowat 7000 patiënten van wie het slaapcentrum jaarlijks opvolgt of hun CPAP goed werkt. Andere frequente behandelingen tegen slaapstoornissen zijn positietherapie door trilalarmen, medicatie, keeloperaties en mondbeugels of tandprothesen die de onderkaak naar voren brengen. ‘Het vakgebied van de slaapgeneeskunde evolueert snel’, zegt Johan Verbraecken. ‘Er gebeurt veel onderzoek om scherper te voorspellen bij wie welke behandeling zal aanslaan. De gegevens uit slaaponderzoeken vormen ook een immense dataset waarop je artificiële intelligentie of zelflerende algoritmes kan loslaten. Dat levert nu al toepassingen op die slaapanalyses efficiënter maken, maar ik verwacht dat daar nog veel meer inzichten uit zullen voortspruiten.’
Verklapt slaapgedrag vervroegd de ziekte van Parkinson?
De ziekte van Parkinson wordt meestal pas gediagnosticeerd als ze zich manifesteert en er al aanzienlijke hersenschade is. UZA-onderzoekster dr. Femke Dijkstra hoopt dat moment te vervroegen door in slaapgedrag tekenen te ontdekken die de ziekte in een beginstadium aankondigen. Ze werkt daarvoor intensief samen met neurologen van het Ziekenhuis Geel en ze sleepte begin 2022 de prestigieuze Amerikaanse Delsys Prize in de wacht voor haar onderzoek.
Het bekroonde onderzoek toont onder meer aan dat personen die de ziekte van Parkinson ontwikkelen, een verhoogde spierspanning vertonen tijdens hun REM-slaap. Anders dan gezonde slapers, bij wie een verlamming van de spieren optreedt tijdens de REM-fase, kampen toekomstige parkinsonpatiënten vaak met onrustige dromen, waarbij ze roepen en uit bed vallen. Daarnaast bleken toekomstige parkinsonpatiënten meer op hun rug te liggen en zich moeilijker te draaien tijdens hun slaap.