Maar hij bestond dus nog en hoe: ineens op irritante wijze, want in de mail stond dat hij mij gezien had op Facebook en dat kan niet, want ik zit daar niet op. Ik zweer bij echte vrienden. Dat mailde ik terug. Om van hem af te zijn.
Helaas. Je hoeft niet op Facebook te zitten, om er in op te duiken. Marco had mij ontdekt op de profielpagina van een vriendin, bij wie ik onlangs op een feestje was geweest. Daar waren foto’s gemaakt. Ik stond ook op die foto’s. De vriendin had de foto’s op Facebook gezet. Dus stond ik ook op Facebook. Tegen mijn wil en buiten mijn weten. Niet tof.
Maar het kan verkeren: sinds een week ben ik zelf op Netlog gesukkeld. Mijn eigen jongste van 14 zit met al z'n vrienden van school op Netlog, om 's avonds thuis te kunnen kletsen over wat ze op school vergeten zijn te zeggen. Hij had me een ‘uitnodiging’ gestuurd, of ik zijn ‘vriend’ wou worden. En zeg je neen als je kind zoiets vraagt? Neen.
Achteraf bleek dat hij het niet echt meende, de uitnodiging was per ongeluk bij mij terechtgekomen. Maar toen was het kwaad al geschied, want om iemands vriend te worden moet je jezelf eerst aanmelden, en voor je het weet zit je dan zelf met een profiel dat zoon heeft vervolledigd met een mooie foto uit zijn privécollectie: een vakantiefoto waar ik opsta met een grote zonnebril en blote benen.
Nu melden zich ‘vrienden’. Zoals dat heet. Mondjesmaat, want zelf onderneem ik niks. Het is een raar gezicht: ik sta daar nuchter en wel als Annemie en mijn vrienden heten 'chatzke' en 'gekko123' en 'crazylover' en zo. Ze mailen dingen als: ‘jij ziet er wel leuk uit’. Alsof ik op een datingsite gesukkeld ben. Maar ik héb al een lief. Dus stuur ik nooit iets terug. Tot overmaat van ramp heeft Marco mij gisteren nog eens herontdekt. Op Netlog. Dus heb ik hem wéér aan mijn been.
Wat vinden mensen toch zo leuk aan virtuele vrienden die maar blijven plakken? Terwijl de echte zo veel toffer zijn. Ze komen wel eens op bezoek, maar weten ook wanneer het tijd is om naar huis te gaan.