De wet van 2003 bepaalt dat bij IVF maar één embryo mag worden teruggeplaatst, althans bij de eerste twee pogingen en als de vrouw jonger is dan 36. Een andere evolutie is dat IVF dankzij de verbeterde technieken almaar meer goede embryo's oplevert. 'Daardoor hadden we nog nooit zo veel overtallige embryo's als vandaag. Het is dus meer dan ooit belangrijk dat we die optimaal kunnen benutten' zegt dr. wet. Usha Punjabi, hoofd van het IVF-laboratorium.
Er wordt altijd aan het koppel voorgesteld om overtallige embryo's in te vriezen om eventueel later terug te plaatsen. Maar tot voor kort was die aanpak weinig succesvol. Bij terugplaatsing van een ingevroren embryo, een zogenaamde cryobehandeling, was er traditioneel maar 9 tot 10% kans op een zwangerschap. Bij het invriezen vormden zich immers ijskristallen, waardoor het embryo makkelijker beschadigd kon raken.
Droomscenario
Sinds twee jaar wordt dat probleem omzeild met een nieuwe techniek die vitrificatie heet. 'Bij het invriezen van een embryo haal je het water eruit en vervang je het door een andere vloeistof', legt Punjabi uit. 'Bij het ontdooien doe je het omgekeerde. In geval van vitrificatie, letterlijk verglazing, gebruik je een uiterst geconcentreerde vloeistof. Daardoor ontstaan er geen ijskristallen en behouden de embryo's hun kwaliteit.'
Naast die nieuwe invriestechniek hanteert het labo ook een andere selectiemethode. Na ontdooiing worden de embryo's 48 uur in een groeimedium geplaatst, wat toelaat hun ontwikkeling nauwkeuriger te beoordelen. Punjabi: 'Door die gecombineerde aanpak geeft een cryobehandeling vandaag evenveel kans op succes als de terugplaatsing van een vers embryo, namelijk 30%. Dat is een droomscenario. Vrouwen met meerdere goede embryo's hebben zo een veel hogere kans om binnen één cyclus zwanger te worden. Ze kunnen dan één of meer bijkomende pogingen doen met hun ingevroren embryo's, zonder dat opnieuw een volledige belastende IVF-cyclus nodig is. Ook naar terugbetaling toe is dat belangrijk. Er worden namelijk maar zes cycli terugbetaald.'
Eicellen invriezen
Vitrificatie blijkt ook geschikt om eicellen in te vriezen. Dat is bijvoorbeeld zinvol als een vrouw na hormonale stimulatie een reeks gezonde eicellen heeft, maar er bij de man niet genoeg sterke zaadcellen zijn om die allemaal te bevruchten. In dat geval kunnen de niet-bevruchte eicellen worden ingevroren in afwachting van latere bevruchting. Punjabi: 'Als we eicellen met de oude methode invroren, ontstonden er bij bijna 60% chromosomale afwijkingen. Met de nieuwe techniek is dat probleem volledig van de baan.' Er zijn ook plannen om vitrificatie toe te passen voor het invriezen van stukjes eierstokweefsel (zie kaderstuk). Maar of die werkwijze voordeel oplevert, is nog niet bewezen.
Kanker: kinderwens in de diepvries
Het CRG krijgt regelmatig jonge kankerpatiënten over de vloer die sperma of eierstokweefsel willen laten invriezen. Na chemo- of radiotherapie is er namelijk een grote kans op definitieve beschadiging van de zaadproductie of de eierstokken. 'Lang niet alle artsen spreken daarover, en de patiënt is meestal te overdonderd om er zelf aan te denken. Het is nochtans belangrijk dat hij of zij daarin een bewuste keuze maakt', vindt dr. sc. Usha Punjabi. Zelf trekt ze altijd veel tijd uit om die delicate materie met de patiënt te bespreken. 'Er komt veel bij kijken. Wat bijvoorbeeld als de man sterft en zijn partner alsnog een kind van hem wil? Dat soort zaken moet je vooraf beslissen.'
Een kind krijgen met behulp van ingevroren sperma stelt meestal geen probleem. Veel moeilijker ligt het voor vrouwen. Zij kunnen eierstokweefsel laten wegnemen en invriezen. Later kan dat weefsel opnieuw worden getransplanteerd. 'Maar wereldwijd zijn er maar weinig vrouwen die na zo'n transplantatie zwanger zijn geworden. De stap om na een zware ziekte als kanker opnieuw ingewikkelde ziekenhuisbehandelingen te ondergaan, is ook erg groot ', zegt Punjabi.
Vruchtbaar teamwork
De behandeling van vruchtbaarheidsproblemen is niet de zaak van één arts, maar van een volledig team, met verschillende gynaecologen, een bioloog, verpleegkundigen, een maatschappelijk werker en een arts die zich toelegt op psychoseksuele problemen. Voor mannelijke vruchtbaarheidsproblemen kunnen patiënten terecht bij een androloog. Afhankelijk van het probleem wordt er verder nauw samengewerkt met andere gynaecologen van binnen en buiten het ziekenhuis, het centrum voor medische genetica, het laboratorium en de diensten endocrinologie en oncologie.