06:00
‘Mijn werkdag begint zoals altijd in de ontwaakzaal. Er liggen nog twee patiënten die deze nacht geopereerd zijn, dus ik ga zo stil mogelijk aan het werk. Alle oppervlakken reinig ik met doekjes die vooraf in imonium zijn gedrenkt, de vloer met een natte mop. Het textiel gaat daarna meteen in een zak voor de wasserij.’
06:30
‘Volgende halte: de toiletten voor de artsen en verpleegkundigen. Hiervoor gebruik ik aparte rode doekjes die strikt gescheiden blijven van de rest. Ook die gaan meteen na gebruik in de waszak. Bacteriën krijgen hier geen kans!’
08:00
‘Oproep van operatiezaal 2. De eerste ingreep van de dag is afgelopen. Ik haast mij naar daar en reinig op vijf minuten de operatietafel, de toestellen en de vloer. Tijd is belangrijk in deze job, de operaties mogen geen vertraging oplopen. Ik werk altijd in een vaste volgorde, zo weet ik zeker dat alles aan de beurt is gekomen. In de operatiezalen kunnen we ons geen fouten veroorloven.’
09:00
‘Ik krijg even geen oproepen, dus kijk ik na welke taken er deze week op mijn lijst staan. De rekken in de steriele voorraadruimte moeten nog gereinigd worden, zie ik. Een tijdrovend werkje, met al die kleine randjes. Ik begin er maar meteen aan, dan is het sneller achter de rug.’
09:10
‘Amper tien minuten later krijg ik alweer een oproep. Het gips heeft in deze operatiezaal een laagje wit stof achtergelaten op alle oppervlakken. Dat wordt een flinke schoonmaakbeurt. En het moet snel gaan, want ook hier ligt de volgende patiënt al te wachten. Ik vlieg er meteen in en werk het stof aan sneltempo weg. Ik hou wel van dit soort klusjes. Snel en hevig, dat past bij mijn karakter.’
11:00
‘Ik ben nog maar net begonnen in operatiezaal 11, of ik krijg een oproep voor operatiezaal 3. Ik overleg even met de verpleegkundigen wat het meest dringend is. Zaal 3 heeft vandaag de drukste agenda, dus die gaat voor. Even door de gang racen dan maar. Ik heb het nog nooit precies uitgerekend, maar ik leg elke dag heel wat kilometers af hier.’
12:30
‘Middagpauze. Ik breng de gebruikte schoonmaakdoeken naar de wasserij en haal een broodje in de cafetaria. Daar wachten vijf collega’s van andere schoonmaakploegen me al op. Tijdens het eten praten we wat over het voorbije weekend. Het halfuurtje pauze vliegt voorbij.’
13:00
‘In de babykamer heeft een pasgeborene de eerste zorgen gekregen. Het kindje is ondertussen gezond en wel bij de mama, dus ik kan beginnen aan het poetswerk. Het is zwoegen en zweten, want de temperatuur moet hier constant 37 graden blijven, voor het geval er een nieuwe baby binnenkomt.’
13:50
‘De dokters hebben een transplantatie afgerond in zaal 12. De operatie heeft 8 uur geduurd, het bloed op de vloer is hier en daar al opgedroogd. Gelukkig krijg ik voor intensief poetswerk hulp van een collega. Na een dik half uur zijn we rond en lijkt het alsof er nooit iets gebeurd is. ‘Het is hier weer zoals nieuw’, bedankt een verpleegkundige ons. Altijd leuk om te horen.’
14:30 ‘Mijn werkdag zit erop. Ik breng de gebruikte dweilen en doekjes naar de wasserij en kleed me om. Tijd voor een bezoekje aan mijn moeder in het rusthuis, en daarna een aperitiefje in de tuin. Dat heb ik wel verdiend na deze werkdag.’