Het begon met krampen in zijn linkerschouder. François: ‘In het ziekenhuis bleek dat mijn kransslagaders verstopt waren. Ik viel uit de lucht, want ik was altijd erg sportief geweest. Mijn cardioloog verwees me naar het UZA voor een overbruggingsoperatie. Met mijn conditie zou ik daar volgens hem snel van herstellen.’ Echtgenote Marleen: ‘Hij herstelde inderdaad snel, maar na een paar weken thuis liep het mis. François begon vocht vast te houden en kwam op korte tijd geweldig bij. Zelfs pyjama’s in de grootste maat pasten niet meer.’
François: ‘Na weken vochtdrainage in het ziekenhuis belandde ik weer in het UZA voor een operatie. Die had echter niet het gehoopte resultaat en drie dagen later werd ik al opnieuw geopereerd. Deze keer werd het vlies rondom mijn hart weggenomen.’
Marleen: ‘Nog weken heeft François op intensieve zorg gelegen. Zijn toestand bleef kritiek. Hij bleef water ophouden en kreeg onder meer een longontsteking.’
Omringd door witte schorten
François: ‘Na een paar weken mocht ik weer in de zetel zitten. Ik zat echter amper, of mijn hart stopte en ik gleed op de vloer. Even leek het of ik in diep water zweefde. Ik besefte dat ik snel weer naar boven moest. Het volgende moment voelde ik een zuurstofmaskertje op mijn mond en was ik omringd door witte schorten. Iedereen was met me bezig en riep om vol te houden. Mijn bewaarengelen bleken verpleegsters te zijn die mij aan het reanimeren waren!’
‘Bijna acht weken lag ik in het UZA. Ik moest opnieuw leren praten en schrijven. Over de zorg niets dan lof: er werd perfect in team gewerkt. De verpleegkundigen brieften elkaar zorgvuldig. Iedereen was begaan met mij en stond altijd voor me klaar. De eerste keer dat ik weer voorzichtig pasjes kon zetten met een looprekje, kreeg ik prompt applaus van de kinesitherapeut, de verpleegkundigen en de poetsvrouw.’
Marleen: ‘Ook thuis was er nog een lange weg te gaan. Zo had François last van doorligwonden en heeft het nog bijna een half jaar geduurd voor hij weer kon stappen.’
François: ‘Ik kom van ver. Intussen kan ik opnieuw grotere inspanningen aan en kan ik weer mijn normale leven oppikken. Mijn vrouw en ik denken nog altijd dankbaar aan de toegewijde zorgen die we in het UZA hebben gekregen.’