‘Dertien jaar geleden bood een patiënt zich in het ziekenhuis aan met hoofdpijn. Hij bleek een hersentumor te hebben. Zijn vrouw was 21 jaar en hoogzwanger. Ze sprak alleen Arabisch. In eerste instantie wilde hij niet dat zij wist hoe ziek hij was. Onder meer daarom werd ik erbij betrokken. Hij was een van mijn eerste patiënten. Uiteindelijk hebben we hem kunnen overtuigen om zijn vrouw op de hoogte te brengen. Toen zijn vrouw moest bevallen, was hij te ziek om erbij te zijn. Ik heb haar dan bijgestaan, wat erg emotioneel was voor alle betrokkenen. Het was een hele intelligente man, die alles zelf in handen wilde houden. Maar beetje bij beetje heeft hij de dingen aan ons overgegeven.’
‘Toen hij voelde dat het slechter ging, kwam hij bij mij aankloppen. Hij wilde terug naar zijn ouders in Marokko, maar wist niet hoe hij dat moest organiseren, ziek als hij was en bovendien met zo’n klein baby’tje. Ik ben nog altijd heel blij dat het ziekenhuis er geen probleem mee had dat ik dat gezin in mijn vrije tijd begeleidde tot in Marokko. Het was heel emotioneel. Hij was daar vertrokken als een sterke, jonge man vol leven en kwam doodziek terug. Na enkele weken is hij daar overleden. Met de familie heb ik nog altijd contact. Zijn moeder koestert het feit dat ze die laatste dagen zelf voor hem heeft kunnen zorgen. Het was heel triest, maar tegelijk ook heel mooi om iemands laatste wens te kunnen helpen vervullen.’