Wat is het verschil tussen een kunstmatig en een natuurlijk coma?
Bij een coma is er sprake van een sterk verminderd bewustzijn. In het geval van een natuurlijk coma is die toestand spontaan opgetreden, bijvoorbeeld door hersenbeschadiging. Een kunstmatig coma wordt doelbewust tot stand gebracht met behulp van slaapmiddelen en pijnstillers. Doordat de patiënt in die toestand geen ademhalingsreflex meer heeft, wordt hij altijd beademd.
Waarom wordt een patiënt in een kunstmatig coma gebracht?
Meestal gebeurt dat omdat het lichaam van de patiënt veel meer zuurstof nodig heeft dan normaal, bijvoorbeeld als gevolg van een zware operatie, een infectie of een ernstig ongeval. Een slapende patiënt verbruikt namelijk veel minder zuurstof. Soms moet iemand worden beademd omdat hij zelf niet genoeg zuurstof kan opnemen, bijvoorbeeld bij een zware longontsteking. Ook dan wordt hij in een kunstmatig coma gebracht. Er kunnen ook andere redenen zijn, bijvoorbeeld omdat de patiënt nog sterk onderkoeld is na zijn operatie.
Wat zijn de nadelen?
Een kunstmatig coma is in feite een noodzakelijk kwaad. De patiënt krijgt heel wat medicatie toegediend en door de kunstmatige beademing raken zijn ademhalingsspieren uit conditie. Bovendien ligt hij aan allerlei buisjes en draadjes, wat de kans op een infectie verhoogt. Daarom wordt alleen voor een kunstmatig coma gekozen als het niet anders kan.
Waarin verschilt een kunstmatig coma van een narcose?
Patiënten worden onder narcose gebracht met het oog op een operatie. Daarvoor wordt dezelfde medicatie gegeven als voor een kunstmatig coma, maar in een zwaardere dosis. Eens de operatie voorbij, wordt ook de narcose beëindigd. Een kunstmatig coma kan dagen of zelfs weken duren. En als de medicatie wordt afgebouwd of stopgezet, gaan er soms nog eens dagen tot weken voorbij vooraleer de patiënt volledig wakker is. Dat komt doordat hij moet recupereren van de beademing en de medicatie vaak nog een tijd nawerkt. Ook de ernst van de ziekte speelt mee.