Chirurgie: vernieuwen om te verbeteren

Elk jaar doen nieuwe chirurgische technieken hun intrede in het UZA. Drie chirurgen vertellen over die ene vernieuwende ingreep die het verschil maakt voor de patiënt: weer een stabiele knie na gescheurde kruisband, blaasverwijdering met robotchirurgie en preciezer opereren bij endeldarmkanker.

1. Blaas verwijderen met robot

Ook de dienst urologie stelt een veelbelovende nieuwe techniek voor. 'Het gaat om de verwijdering van de blaas, bijvoorbeeld in geval van blaaskanker, met robotchirurgie. Bij die operatie nemen we de blaas en bij kankerpatiënten ook de omliggende lymfeklieren weg. Daarna doen we een reconstructie: ofwel sluiten we de urineleiders aan op een stoma gemaakt uit de dunne darm, ofwel creëren we een nieuwe blaas uit de dunne darm', licht urologe en robotspecialist dr. Karen Fransis toe.
Tot voor kort gebeurde die ingreep in het UZA via een grote snede in de buik. Vandaag gebeurt het met een viertal sneetjes van maximaal 8 millimeter, mét robotchirurgie. Fransis: 'We zijn het vierde ziekenhuis in België dat deze ingreep volledig met robotchirurgie doet. De voordelen voor de patiënten zijn minder pijn en bloedverlies en een sneller herstel. Bij een gewone operatie moeten ze twee à drie weken in het ziekenhuis blijven, na een robotingreep kunnen ze al na acht à tien dagen weer naar huis.' Omdat de chirurg op deze manier veel fijner kan werken, verwacht het team ook minder erectie- en incontinentieproblemen na de ingreep. De kans op genezing na blaaskanker is even groot.
De nieuwe UZA-robot, intussen zo'n jaar oud, is van het allernieuwste type. Bij een robotoperatie staat de chirurg niet aan de operatietafel, maar bedient hij vanop afstand vanuit een console de instrumenten die aan de robot zijn gemonteerd. Hij ziet het operatieveld in 3D op een monitor en kan de beelden sterk uitvergroten, waardoor meer precisie mogelijk is. Een pluspunt is ook dat de robotinstrumentjes beweeglijker zijn dan de menselijke pols, waardoor bepaalde technische handelingen gemakkelijker uit te voeren zijn.

2. Stabiele knie na gescheurde kruisband

De dienst orthopedie introduceerde de Ligamys-behandeling, een nieuwe techniek om een gescheurde voorste kruisband te opereren. De kruisband is een stevige band die gekruist in het centrum van de knie zit. 'Zo'n knieletsel is een typisch sportongeval dat normaal met kinesitherapie wordt behandeld',  zegt orthopedist dr. Krik Heusdens. 'Pas als dat niet volstaat, wordt er geopereerd. Bij jonge en sportieve patiënten gebeurt dat vaak meteen, omdat ze anders niet meer intensief kunnen sporten.' Bij een klassieke ingreep wordt de voorste kruisband vervangen door een van de hamstringpezen, die achteraan het dijbeen liggen.' Heusdens: 'Een nadeel is dat je dan samen met de kruisband ook kleine zenuwcellen verwijdert die belangrijk zijn voor de stabiliteit van de knie. Ze geven de hersenen namelijk informatie over de positie van de knie.'
In Zwitserland werd een nieuwe methode uitgevonden, de Ligamys-behandeling. Bij die ingreep wordt de kruisband gehecht en krijgt hij als het ware een veiligheidsgordel om. 'We spannen een koord achter de kruisband, die wordt bevestigd in het bot boven en onderaan de knie. Dankzij een veersysteem geeft die koord mee, zodat de spanning op de knie altijd juist zit', legt Heusdens uit.
De voordelen zijn een kortere herstelperiode – vijf maanden in plaats van negen – en een grote slaagkans. Zo'n 96 % heeft na de ingreep weer een stabiele knie. 'De operatie kan wel maar tot drie weken na het ongeval, omdat de kruisband daarna inkrimpt. Dat vraagt om een mentaliteitswijziging bij spoed- en huisartsen: ze moeten patiënten met zo'n letsel liefst nog dezelfde dag doorverwijzen.' Het UZA is het tweede ziekenhuis in Vlaanderen dat de nieuwe techniek uit Zwitserland overneemt.

3. Preciezer opereren bij endeldarmkanker

De dienst abdominale heelkunde ten slotte, introduceerde een nieuwe methode om endeldarmtumoren te verwijderen. Bij die operatie snijdt de chirurg de endeldarm weg, waarna er een nieuwe verbinding wordt gemaakt tussen het uiteinde van de dikke darm en de sluitspier. 'De bedoeling is om zowel de endeldarm met de tumor als het omliggende vet en de lymfeklieren te verwijderen', leggen abdominaal chirurgen dr. Sylvie Van den Broeck en dr. Niels Komen uit. 'Dat gebeurde tot dusver via een kijkoperatie: via werkkanaaltjes in de buik werken we dan toe naar het bekken, waar de endeldarm zich bevindt. Bij het losmaken van de endeldarm is het erg belangrijk om niet te raken aan de omliggende zenuwen. Als die worden beschadigd, kunnen er immers stoelgang- of seksuele problemen ontstaan. Ook de darm weer aan elkaar hechten is vaak moeilijk door het gebrek aan ruimte in het kleine bekken. Vooral bij mannen, die een nauwer bekken hebben, is dat lastig, zeker als ze veel overgewicht hebben.'
Omdat de klassieke ingreep erg complex is, werd gezocht naar een alternatief. Komen: 'We passen nu een nieuwe procedure toe waarbij we de endeldarm via de anus verwijderen en buiten het lichaam een nieuwe verbinding maken. Zo zijn we zeker dat we moeilijk bereikbare delen van de endeldarm met de tumor goed en volledig  kunnen wegnemen. En we kunnen de darm ook gemakkelijker hechten.' Naar verwachting hebben patiënten met de nieuwe ingreep een kleiner risico op herval en op lekkage van de nieuwe darmverbinding. Ook incontinentie en seksuele problemen zouden minder vaak voorkomen.
 

Aangemaakt op
Laatste update op