Medicijnen: wie leest de bijsluiter?

Elk medicijn kan bijwerkingen hebben, maar moet u daarvan wakker liggen? En hoe voorkomt het UZA dat een patiënt een ongelukkige combinatie van medicijnen krijgt voorgeschreven? We vragen het aan apotheker John Leys.

Door een gewone pijnstiller te slikken riskeer je volgens de bijsluiter een maagzweer, bloedarmoede, leverproblemen en tal van andere vreselijke bijwerkingen. Je zou voor minder je hoofdpijn verbijten. 'Elk medicijn kan bijwerkingen hebben', zegt ziekenhuisapotheker John Leys. 'Maar je moet die informatie met een korrel zout nemen: de fabrikant is verplicht elke bijwerking die ooit is opgetreden, te vermelden. In de praktijk zijn eventuele nevenverschijnselen bijna altijd vrij onschuldig, genre hoofdpijn, slaperigheid, misselijkheid, diarree ... Vaak komen ze ook alleen in het begin van de therapie voor.'

Dat neemt niet weg dat u het best voorzichtig omspringt met medicatie, ook met middelen waarvoor geen voorschrift nodig is. Neemt u al andere medicatie, bent u allergisch voor bepaalde stoffen of bent u zwanger, zeg dat dan tegen de apotheker als u een nieuw geneesmiddel wil proberen. 'Je kunt ook zelf de bijsluiter uitpluizen, maar de huisarts of apotheker kan beter beoordelen of je het medicijn mag nemen', aldus Leys.

Leys raadt aan om in geval van een nevenwerking niet zomaar met een voorgeschreven behandeling te stoppen. 'Doe dat altijd in overleg met je arts of apotheker. Dikwijls volstaat het om het medicijn op een ander tijdstip in te nemen of er iets bij te eten. Helpt dat niet, dan kan er een alternatief worden gezocht.'

Medicijnen in de clinch

Sommige medicijnen mag u niet combineren. Zo is bekend dat Sint-Janskruid, een plantaardig middel tegen depressie, de werking van een groot aantal geneesmiddelen kan verminderen, waaronder de anticonceptiepil. Andere middelen verhinderen de afbraak van medicatie in de lever, waardoor de stoffen zich gevaarlijk kunnen opstapelen. Voorbeelden daarvan zijn bepaalde antibiotica en medicijnen tegen schimmelinfecties.

Het UZA neemt de nodige voorzorgen om te voorkomen dat een patiënt een foute medicijnencombinatie neemt. 'Artsen vragen aan hun patiënt welke medicatie die al neemt en vermelden dat in het patiëntendossier', legt Leys uit. 'Als specialist weten zij welke medicijnen niet samengaan. Een bijkomende veiligheid is het elektronische voorschrijfsysteem: als er medicijnen worden voorgeschreven die niet verenigbaar zijn, komt er automatisch een waarschuwing. Ten slotte doen wij in de apotheek ook een extra controle. Voor bepaalde medicijnen waarvan we weten dat je die niet zomaar mag combineren, gaan we altijd in het patiëntendossier na of er geen schadelijke interactie kan ontstaan met eerder voorgeschreven medicatie.'

Aangemaakt op
Laatste update op